maart 18, 2006

Kunstwerk

In Gouda staat een kunstwerk dat alleen in de winter functioneert. Het kan nog even worden bezichtigd, voordat de lente toeslaat.

Het gaat om een boom of struik in de Herenstraat. Kom je vanuit de Prins Hendrikstraat, dan zie je hem bijna direct rechts, tegen de blinde zijmuur van het eerste huizenblok. De naam van de kunstenaar ben ik even vergeten. Het is een vrouw. Ze stond onlangs weer in de krant.

Het kunstwerk begint onderaan ogenschijnlijk als een normale boom of struik. Het vertakt zich direct vanaf de grond. De stammetjes en de eerste verdere uitwaaieringen ogen eveneens gewoontjes. Ze zijn, zoals bij veel bomen, somber grijsgroen van kleur. Pas waar de boom of struik zich verliest in honderden takjes, voltrekt zich het kunstzinnige wonder. Dit is het beste te volgen als de zon schijnt.

Hogerop in de struik of boom verkleuren de takjes van donker en grauw naar fris groengeel. Het is het groenige geel dat twee seizoenen geleden reeds is aangegroeid. Vervolgens mengt zich dit geelgroen heel even met een zweempje oranje en dan gebeurt het.

De boom verdwijnt. De teergekleurde takken zijn opeens weg. Onzichtbaar. Foetsie. Opgelost in de achtergrond. Verzwolgen door de baksteen van de stadsvernieuwing.

En daar houdt het wonder niet op. Even hoger spat de boom alsnog uiteen in een fijne kroon van helder rood. Als het dezelfde boom is tenminste. Want de uitbundig wegspetterende rode lijntjes manifesteren zich los van de boom of struik, het saaie ding een eindje daaronder. De zwevende stralenkroon ontsnapt aan het dagelijkse houtgewas.

Ik las over de kunstenaar dat zij tegenwoordig triomfen viert in Japan. Vanwege het zenboeddhistische karakter van haar werk. Oosterlingen waarderen de elementen tijd, cyclische herhalingen en vergankelijkheid in haar oeuvre. Ook de onnadrukkelijke manier waarmee zij die elementen naar voren brengt spreekt hen aan.

Hoe heet ze ook alweer.

maart 2006