juli 02, 2005

Vuilbekboot

Een wendbaar Cyclus-autootje met wijd opengeschoven kleppen. Een stevige schoonheid ernaast in fluorescerend vest.
De vrouw buigt zich met haar hark over de waterkant. Naast haar tegen de brugleuning staan andere gereedschappen. Een lange riek met kromme tanden, een platte schep, een stevig leefnet. Telkens als de vrouw haar hark omhoog haalt, druipen aan het ijzer stukken karton, kletterend leeglopende plastic zakken en onbestemde slierten.
Onwillekeurig stop ik om te blijven kijken naar de ritmische bewegingen. Na elke haal laat de vrouw de rommel met een kordate zwaai in het autootje belanden.
Ineens moet ik denken aan de boot waarmee ditzelfde werk vroeger werd gedaan. Aan de bruinverbrande schipper op die boot, aan diens doorgroefde gezicht, zijn platte donkere pet met midden boven de klep het metalen insigne ‘GR’. Aan zijn gevlekte overall. Zijn shaggie in een mondhoek. Het bootje met op de zijkant GR 3, of zoiets. Geen ‘Zeeffie’ of ‘Grote Klep’, simpelweg GR 3 of GR 20. Zou die vuilboot nog bestaan?
De eenvoudige grijze boot had mij al als kleuter altijd veel kijkplezier verschaft. Vanuit een erker boven de Hoge Gouwe zag ik als kind neer op de gracht en als dan die platte schuit met zijn vuilbek, zijn vierkante laadklep met gaatjes, zijn geblutste vergiet eraan geprutteld kwam, juichte ik van opwinding. Dan riep ik uitgelaten huisgenoten naar het raam. De vuilboot! Een mooier beroep dan schipper op die onaanzienlijke vlet kon ik mij niet voorstellen. Die machtige beweegbare klep! Die vangplaat waarmee je, als je hem tijdens het varen onder de waterspiegel hield, al voorttuffend vuilnis kon onderscheppen. De lol van het plof-plof-plof, weerkaatst tegen de wallekanten en huizenwanden, het eenvoudige, dankbare schoonmaakwerk!
Nu ik naar de bewegingen van de vrouw kijk, moet ik toegeven dat niet alles even efficiƫnt verliep, destijds met die boot. Net als nu verzamelde drijvend vuil zich in mijn jeugd in hoekjes bij brughoofden en sluizen en dan werkte de schepvlet niet optimaal. Dan zag je de schipper na lang en ingewikkeld manoeuvreren slechts een paar kleinigheden omhoog halen, dan worstelde hij met de weerbarstige machinerie waarmee de gaatjesklep schokkend omhoog en omlaag werd bewogen, dan zag je hem onder zijn pet krabben en zijn toevlucht nemen tot dezelfde hark, dezelfde riek met kromme tanden, dezelfde platte schep en hetzelfde leefnet als waarmee de lichtgevende vrouw haar dans uitvoert. Alleen ging alles een beetje onhandiger en minder elegant vanaf die wiebelige boot op waterhoogte.
De geregelde ritmische bewegingen van het fluoriscerende jack zijn stilgevallen. De vrouw tast in haar zakken naar een pakje shag. Achterdochtig blikt ze in mijn richting.
Verder maar, oude geilaard. Die boot bestaat niet meer.

december 2003