juli 03, 2005

Steinse Tiendweg 2

De Steinse Tiendweg is een door muskusratten aangevreten pad in de polder tussen Gouda en Hekendorp. Een smalle strook land tussen twee sloten. Op sommige plekken raken de sloten elkaar. Een tijd geleden stond in de krant dat de gemeente Vlist de Steinse Tiendweg gaat opknappen en dat dit opknappen een kleine achthonderdduizend euro kost. Verschillende instanties zouden financieel bijdragen. Gouda trok volgens het bericht 54 duizend euro uit ‘omdat het pad cultuurhistorisch belangrijk is en omdat het een rol vervult in de recreatie van Gouwenaars’. Welnu, dat laatste is waar. Zeker nu van daadwerkelijk herstel nog niets te merken valt.
Deze keer begin ik mijn controle op de besteding van overheidsgeld aan de kant van Hekendorp. Vroeger kon je daar in plaats van rechtsaf de Oukoopsedijk op te lopen, rechtdoor de weilanden in. Dan kwam je na een paar klandestien betreden percelen bij de Steinse Tiendweg. De nieuwere weg waarop ik terecht kom, de Negenviertel, ligt aan de verkeerde kant van de spoorlijn en de vroegere overgang blijkt grondiger weggehaald dan ik dacht. Pas twee hekken en vijf weilanden in westelijke richting blijkt een boer een bruggetje te bezitten met aan de andere kant van de spoorlijn eenzelfde nuttige voorziening. De passerende Intercity groet met zijn misthoorn. Om vanaf dit punt de tiendweg te bereiken, is een drassige opgave. Gelukkig draag ik krappe kaplaarzen, die niet uitglippen als de modder ze vastzuigt.
Even later blijkt de tiendweg er nog miserabeler bij te liggen dan ik mij herinner van de vorige wandeling. Op zijn breedst is hij een meter en op zijn smalst een plank, geleend van een naburig hek. Je kunt hem niet anders dan voetje voor voetje belopen, want breder dan een voet wordt het spoor tussen de waterplanten niet.
Spoedig verdwijnt hij trouwens in het water en moet ik omlopen door de weilanden. Die hebben allemaal een dwarsverbinding, zodat ik na veel gebagger op het pad kan terugkeren. Als je van land kunt spreken, moet het in deze polder het natste zijn van Nederland. Elke stap laat een put met bruin water na.
Verderop, waar het weggetje breder wordt, moet ik vooral letten op de holen van muskusratten. Ieder moment kan mijn voet door het dak in een rattenwoning terechtkomen. Omkijken gaat alleen als ik stilsta op een minder zwaar aangevreten stukje. Als ik dat na kilometers ingespannen lopen doe, tekent de rietachtige begroeiing langs het pad witbleek af tegen de loodzwarte lucht. Een sneeuwbui is bezig mij in te halen.
Even later doet de ijzige wind mij bijna in de sloot belanden en stuift de sneeuw horizontaal over het land. Met in de verte het Steinse Groen en Goverwelle, word ik overvallen door de elementen. Beschutting is er niet. Alleen een betonnen bruggetje steekt meer dan een halve meter boven het verzakte pad uit. Gehurkt tegen dat bruggetje wacht ik het ergste af. Om mij heen valt de nacht, gestreept met vlokken. Alleen in de verte, boven de Haastrechtsedijk, blijft een randje roze over. In dat licht probeert een eenzame fietser zichzelf overeind te houden. Tevergeefs.
Ja, de Steinse Tiendweg vervult zeker een rol in de recreatie van Gouwenaars.

februari 2005