juli 03, 2005

Nette rukkers

Iedere keer als ik langsfietste, glimlachte ik onwillekeurig. De spuitbusletters op het elektriciteitshuisje onder aan de dijk leerden mij dat de gedoodverfde onderklasse van de F.W. Reitzsstraat en het Pretoriaplein zo stom nog niet is. Jeugdige humor, dat was wat afstraalde van de bakstenen muur en stalen deur. Rauwe verbale intelligentie. Toen ik een keer een foto nodig had bij een artikeltje over graffiti, liet ik de straattekst dan ook graag fotograferen.
Maar dingen zijn niet altijd wat ze lijken. Een tijdje geleden werd ik gebeld door een mevrouw met een beschaafde stem. Haar verzoek was misschien ongebruikelijk, begon zij, maar er was een foto in de krant verschenen met de naam van het bandje van haar zoon, gespoten op een elektriciteitshuisje. Aanvankelijk was zij boos geweest op haar zoon. Zij had hem verdacht van illegale handelingen en zij had hem stevig onder handen genomen. Maar de zoon bleek niets met het spuitwerk te maken te hebben, was haar gelukkig gebleken. Ach had iedereen maar zo’n lieve moeder, flitste het door mij heen.
Waar het om ging was het volgende. Haar zoon zou de foto dolgraag gebruiken voor de omslag van de demonstratie-cd die hij aan het maken was en waarvoor vaderlief de omslag zou verzorgen. Daarom belde zij. Of die foto misschien... uiteraard met vermelding...
Niet veel later lag op mijn werk een cd’tje in mijn postvak. ‘Groeten uit Gouda’ was op de foto gedrukt. Thuis bleek het een demo met vier nummers. Vier nummers met boos geschreeuwde teksten van vier jongens die op hun instrumenten een woedend ritme hamerden. Punk à la Johnny Rotten. Als je bij deze muzieksoort van melodieën kunt spreken, precies dezelfde melodieën. Onverstaanbaar Engels. Hard en genadeloos uitgestoten. Muziek die het gemoed lucht geeft. Met instemming draaide ik het schijfje vijf, zes keer. Woede, haat, vernietigingsdrang. De bevrijdende werking was direct voelbaar.
Leek de muziek als twee druppels water op die van de Sex Pistols, op die van gewelddadige huftertjes uit vervlogen tijden, de binnenkant van het cd-hoesje sprak andere taal. Vier vage fotootjes van lieve jonge jongens.
In de tekst geen onvertogen woord. Ze bedanken op hun hoesje zelfs mij, de muzikanten van El Sjorro.

oktober 2004