juni 13, 2005

Watersnoodramp

Watersnood is een gek woord. Het moet natuurlijk water-nood zijn. Snood is slecht, misdadig en zoveel haat kan wateroverlast niet wekken. Als ik 'watersnood' gebruik, hoop ik aan het eind van de regel zo uit te komen, dat ik niet behoef af te breken. Of ik nu het water heel laat of de nood, het resterende deel, het stukje met de -s, blijft raar.
Het woord kwam in mijn leven op een zondagochtend dat mijn opa ziek was. Zo ernstig ziek dat de dokter moest komen. De hele nacht was er lawaai geweest van wind en nog steeds beukte storm tegen de ramen van de erker. De huisarts vertrok en ik kreeg opdracht om met het uitgeschreven recept naar de apotheek te gaan. Waarom ik? Behalve de drukkende aanwezigheid van een zieke in huis en de onrust van windvlagen tegen de ramen, zorgde de radio voor onheil. In Zeeland waren de dijken door. Honderden mensen waren al verdronken, de overigen zwaaiden met beddegoed en kleren vanaf zolderverdiepingen en daken, wachtend op redding. Beesten dreven rond in het ijskoude, brakke water en ook onze omgeving was in gevaar. Mijn moeder luisterde tussen het aankleden van de kinderen, het verzorgen van opa en het ontvangen van de dokter met zichtbare onrust naar de onafgebroken stroom nieuwsberichten. Er leek geen einde te komen aan de bakkelieten onheilstijdingen. Een lange serie plaatsnamen en woorden voegde zich toe aan mijn woordenschat. Domburg, Biggekerke, Oude Tonge, springvloed, dijkdoorbraak, watersnood... De weg naar apotheek Paris aan de Westhaven werd een eenzaam avontuur. Normaal kwam ik niet alleen op straat, dat was te gevaarlijk voor een vijfjarige. Maar het was nu zondagochtend en wie moest er anders op pad. De anderen waren naar de kerk. Er reden bijna geen auto's, ik hoefde nergens over te steken. De apotheek, honderd meter om de hoek, was mij welbekend. Maar ik maakte mij zorgen. Want hoeveel tijd was mij gegund als het water in de gracht begon te stijgen? Hoe snel konden kademuren vollopen? Wat moest ik doen als het misging? Welke dingen konden zich afspelen in de tijd dat ik in de apotheek wachtte? Angstvallig hield ik het waterpeil in de gaten. Kon ik niet beter hollen? Zou mijn moeder mij niet hebben gewaarschuwd als er werkelijk gevaar dreigde?

februari 1997