juni 19, 2005

Verlichting

De nieuwe verlichting is beter dan de oude. Je kijkt nog wel in de schijnwerpers en rond het stadhuis zitten opzichtige witte stippen, maar het gebouw oogt ingetogener. Een minpuntje zijn de verticale lichtbanen. Samen met de omgekeerde gevellampen van de winkeliers priemen er nu zoveel lichtbundels naar de landingsgestellen van Boeings en Tupolevs, dat de piloten welhaast op lage gedachten moeten komen. Het strijklicht doet geen recht aan het gebouw, het benadrukt de eigentijdse toevoegingen. Aan de ijssalonkant valt op hoe ongemakkelijk het behaatje van Sint Joris zit en aan kerkzijde ligt de nadruk op het speeltje van de Goudse Verzekeringen. En niet te vergeten op Coornhert.
Nota bene Coornhert. Behalve meneer Bonger, een promovendus uit de jaren zestig die na zijn studietijd kennelijk een besmeerde boterham zag in zijn onderzoeksobject, ben ik de enige die boeken van de man las. Ten onrechte, want wie per ongeluk tussen de perkamenten omslagen in Goudse librije verzeild raakt, ontmoet een televisiedominee avant la lettre en niet de grote denker van de liga en het gymnasium. Waarom preekte Coornhert verdraagzaamheid? Omdat de eerste scherpslijpers zich warmliepen voor het straatgevecht tussen Arminius en Gomarus en omdat hij een winkeltje had om te beschermen. Dirk Volkertszoon Coornhert was een veelzijdige, door zijn stem en verschijning imponerende, zestiende-eeuwse Johan Maasbach. Als graveur maakte hij prenten die niet tot leven kwamen. Als bemoeial met criminaliteitsbestrijding pleitte hij voor galeislaven met gebrandmerkte of de neus gespleten bakkessen. Als theoloog wenste hij ruim baan voor zijn zelfgebakken bijbeluitleg. Zelfs uiterlijk leek hij sprekend op de redder van de Gouwekerk.
Maar we hadden het over licht. Laatst hoorde ik iemand zeggen dat de tl-balk onderin het torentje, de balk die het ritme van de raamspelonken verknoeit, bij de sfeerverlichting hoort. Roeispaan op zijn spleetneus! Iedereen snapt toch dat die balk er zit om vleermuizen en zwaluwgezinnetjes het leven onmogelijk te maken.

februari 1998