juni 20, 2005

Utrechtsche Dom (2)

De winkeliersvereniging van de Korte en Lange Tiendeweg droeg een rare naam. SIOS, als ik mij goed herinner. Schetteren is ons streven. Stotter iets of sterf. Omdat mijn vader winkelier was, vierde ik met de kinderen uit de straat Sinterklaas in hotel de Utrechtsche Dom. Dat was een warm bedrijf. Op de woensdag die ervoor was uitgekozen kwam de goedheiligman persoonlijk even binnen. Een dochter van de uitbater, lief maar onvoldoende dartel voor haar rol, trad op als Zwarte Piet. Het programma was jaar in jaar uit hetzelfde. Bibberende films van de dikke en de dunne. Harde, schrille muziek. Een oorverdovende kakofonie uit de Tiendewegse kinderkelen. Twee keer limonade. En heel, heel veel snoep. En hitte. De laaiende kachel kleurde de lage balken van het plafond oranje. Om kwart voor twee ging je naar binnen en rond vijf uur stapte je wankel van misselijkheid en met een knalrode kop de ijzige kou weer in. Het was inmiddels donker geworden.
Hotel de Utrechtsche Dom, met zijn naturalistisch geschilderde toren op een donker uithangbord, vervulde een glansrol in het buurtleven van de beide Tiendewegen. Nu ja buurtleven... behalve de jaarlijkse sinterklaasviering herinner ik mij wel eens op een avond naar een natuurfilm met tijgers, giraffen en olifanten te hebben gekeken en soms moest mijn vader er naar een vergadering van winkeliers. Veel verder strekte het georganiseerde buurtleven niet. Maar ook zonder SIOS bood de Utrechtsche Dom veel diensten. Wie iets wilde organiseren kwam vanzelf bij de gemoedelijke Erbervelds (of hoe je hun naam precies spelt) terecht. Tot mijn twintigste stalde ik in hun bijgebouwen mijn fiets. Van dat laatste herinner ik mij vooral mijn binnenkomst op donkere winterochtenden. Tegen zeven uur, bij vriesweer, mijn adem stoom, duwde ik de zware staldeuren naar binnen. Op de tast stak ik een hobbelig met straatstenen geplaveide ruimte over. Dan, mijn knie stotend tegen de eerste fiets, mijn ogen bijna gewend aan het aardedonker, vond ik een lichtschakelaar. ’s Avonds laat moest je wel eens het restaurant door om de sleutel te halen, 's morgens vroeg stond de deur altijd los. Op de Utrechtsche Dom kon je rekenen.

maart 1999