juni 12, 2005

Paarden te water

Het gebeurde in de winter, door gladheid van de weg. Hoe paar­den en kar precies aan het glijden raakten, weet ik niet meer. Ik stond op een krukje voor het raam van de erker toen de paar­d-en-wagen van de vleesfirma bij de buren arri­veerde. Ineens viel mij een verkeer­de bewe­ging op. Steiger­den de paarden? In mijn verbeel­ding zie ik hoe een kar vol halve var­kens en koeien ter­gend voorspel­baar naar de water­kant gleed. Het gewicht op de ijzer­omrande wielen. De paar­den, even­eens met ijzer beslagen, onmachtig om grip te vinden op het weg­dek. Tot het mo­ment van kiepen. Dan hulpeloze bewegingen, ge­kraak en het langzame door­slaan van de even­wichts­balans. Zat er geen balustra­de langs de Hoge Gouwe? Was die van hout en ver­splinterde hij? Ik dacht als enige naar deze verschrik­king te staren. Even later waren er niet alleen paarden, maar ook mannen te water. Sommigen hielden zich bezig met het bij elkaar scharrelen van de rose-gele lijken die in het water dreven. Anderen deden aan­van­kelijk niet anders dan proberen de paarden kalm te houden. Het beeld was er een van ijzige koude. Mijn moe­der op mijn kreten achter mij verschenen, en wie nog meer, gaven commentaar. 'Ze snijden het tuig los'. 'Kijk, het beest is bang. Ze krijgen hem niet naar de overkant.' Aan de andere zijde van het water, bij de brede trap, verza­melde zich steeds meer brand­weer en politie. Uren duurde het, terwijl de lucht en het water don­kerder kleurden, uren van koude wor­steling met roeibootjes en tou­wen, een kraan uiteindelijk, voor de bees­ten op het droge ston­den. Of lagen, ik weet het niet meer. 'Die moeten afge­maakt,' wist een vol­wassene achter mij.
Nee, dan die andere keer. Die was heel wat gemoedelijker. Twee dikke Belgi­sche knol­len van Van Gend en Loos maakten een parkeer­fout bij het water van de Turfmarkt, ergens tussen het Leger des Heils en de Trap­penbrug. Het was een zonnige dag, van de platte bezorg­wagen dreven keurig-rechthoekige pakjes weg en iedereen had plezier bij het henge­len naar die pakketjes en het pogen de beesten te verleiden tot een stap of sprong uit de modder naar de kant, amper vijf centimeter boven waterni­veau.

juli 1996