juni 20, 2005

Hoog van de toren

Ik ben niet dol op carillonmuziek. Ik hoor vaak afgetrapte kinderliedjes en zware psalmen van de toren naar beneden dwarrelen. Alleen het Roelandlied en Bergen op Zoom houdt u vroom, strijdliederen die gewagen van het medogenloos in de vernieling helpen van agressieve tegenstrevers hebben op sommige dagen mijn grimmige instemming.
Maar één keer was alles anders. Eén keer gebeurde het op een vroege zomeravond dat een ingewikkeld klokkenspel onverwacht werd beantwoord door trompetters, lichte en zware, door subtiele blazers verstopt achter mijn schuurtje. Reageerde het Leger des Heils, verzameld in de Peperstraat, op de klanken van de Sint-Jan? Dat kon niet waar zijn, daarvoor klonk het blaaswerk te zuiver. Dit waren conservatoriumgeschoolde muzikanten, hoorde ik instinctief. Zodra het geheimzinnige tegengeluid stopte, nam het carillon de wijs weer over. Even later voerden de blazers opnieuw de boventoon. Maar waar in hemelsnaam zaten ze, deze heldere klaroeners, schalmeiers en trompetters? Op de Barbaratoren? Het moest beslist dichter bij zijn.
Opeens herinnerde ik mij gelezen te hebben dat de carillonbespeling voor één keer iets bijzonders zou zijn in verband met de herdenking van een gebeurtenis in het verleden. De Catharinatuin van het museum zou er langer voor openblijven.
Even later weet ik hoe het zit. Voor casino Sportland (dan nog zonder feestverpakking) staan toeristen met hoofden in de nek te applaudiseren. Op de trans van de toren blikkeren een tuba en kleinere instrumenten in de late zon. De drie bankjes van de Catharinatuin zijn bezet en op de rieten stoelen van het museumrestaurant zitten eveneens stille luisteraars, allemaal met een programmaboekje in de hand. Echte fans. Steenhouwer Roodbol, hoewel met de deuren gesloten, verzorgt ongevraagd slagwerk.Ik loop om de kerk heen en weet dan zeker: nergens is het geluid zo helder, zo zuiver en genuanceerd als in mijn eigen achtertuin. Nergens die strakke weerkaatsing van een gesloten huizenrij. Voor even daalt de Vrede van Munster op mij neer. Bergen op Zoom, de Tachtigjarige Oorlog, de narigheid is voorbij. Voor deze muziek mogen ze van mij elke maand een smoesje uit de vaderlandse geschiedenis verzinnen.

juli 1999