juni 16, 2005

Carillon

Ieder uur klept, carillonneert, beiert, plingplongt de Sint-Jan mij terug naar mijn jeugd. Ieder uur verlokt het bimbeieren van klokken mij tot meezingen. Naar gelang mijn stemming doe ik dat schallend, jolig en met overbodige loopjes of slepend alsof ik een te langzaam pijporgel volg.

Prijs den Heer met blijde galmen;
gij, mijn ziel, hebt rijke stof.
'k Zal, zo lang ik leef, mijn psalmen
vrolijk wijden aan Zijn lof:
'k zal, zo lang ik 't licht geniet,
Hem verhogen in mijn lied.

Het hele vers. Ieder uur opnieuw. Ieder uur springen de portretten van Schilder en Greidanus, koene handhavers van artikel 31 der Dordtse kerkenorde, op mijn netvlies. Ieder uur slof ik door de lange smalle gang van de voormalige schuilkerk waar tegenwoordig gebouw Het Brandpunt staat en kom ik terecht in de pijpenla met bleekgroen geverfde banken en een hoge zwarte kachel. Ieder uur treedt mijn vader uit de sigarenwalm van de consistoriekamer tevoorschijn, paradeert in optocht achter ouderlingen aan naar de diakenenbank, schuift zijwaarts die bank binnen en blikt streng naar mij en de andere gelovigen. Sommige uren gebeurt het dat ik daar zelf zit, in die bank met een hek er omheen tegen de zijmuur van de kerk, over de steunrand met bijbeltjes glurend naar de anderen; de kloof tussen zitbank en bijbelrand, de schommelruimte voor mijn bleke beentjes, is te wijd om voorover te kunnen leunen. Ieder uur beklimt een onsympathieke, kale dominee de kansel om los te barsten in een ellenlange preek met voorspelbare woordenloopjes, gespeelde boosheid, berekenend zalven. Uur na uur dat ik 't licht geniet blijde galmen, gij-mijn-ziel, rijke stof. En ben ik het bijna kwijt, dan pingelt, dan klingklangt het opnieuw.
Hoe zit dat Groen, kan er niet eens een ander wijsje op onderhand? Hela Zwart, ja jij daarboven, kun je na driekwart jaar misschien eindelijk een nieuwe rol opzetten? Bij voorbaat dank. Nee, liever niet het slijmversje ter betreuring van Lady Di en ook geen elastieken beentjes, dat hebben we al op het draaiorgel gehad. Doe maar een nummer van de nieuwe Stones-cd of componeer een eigen, gezellige quatre-mains. Te moeilijk? Misschien ligt er nog ergens iets romantisch van Maria Blom. Hup mijn kleurrijke zielen, hebt rijke stof.

oktober 1997